zondag 15 mei 2016

Monte Carlo

Monte Carlo
                           Peter Terrin

                     
                                    http://www.tzum.info/wp-content/uploads/2014/06/terrin-monte-carlo.jpg
Eigen mening:
Het boek Monte Carlo is een leuk boek om te lezen. Ik heb het boek gekozen nadat Mevrouw Jansma het in de les had aangeraden en heb dan ook geen spijt van mijn keuze. Het boek leest lekker door onder andere omdat het maar 174 bladzijden heeft. Persoonlijk heb ik niks met autosport maar toch vond ik dit een leuk boek, zo vond het mooi hoe je in het 1e gedeelte van het boek in slow motion naar de momentopname net voor de brand toeleefde. Ik vind het ook mooi hoe de hoofdpersoon in zijn droevige situatie (ernstig gewond, geen erkenning heldendaad) toch zelfs bijna blij is met wat er is gebeurd omdat hij het geloof heeft dat sommige gebeurtenissen niet zonder gevolg blijven. Hij wacht op een bedankje/erkenning van zijn goede daad (het redden van Deedee). Ook bracht het boek mij vragen, zo vroeg ik mij bijvoorbeeld het hele boek door af of Jack’s dromen nou goed of slecht voor hem waren. Ik vind dit heel mooi aan dit boek want hierdoor ga je tijdens het lezen dieper doordenken waardoor het lezen ook leuker word (aangezien je je eigen verbeelding vaak interessant vind). Ook vond ik het open einde mooi, zo kan je zelf een beetje bedenken hoe het afloopt. Al met al vond ik het dus een heel mooi niet te dik boek, dat je ook nog eens enkele levenslessen bijbrengt.
Samenvatting:
Monte Carlo
Hoofdfiguur is de 35-jarige Engelse automonteur Jack Preston. We volgen hem vanaf de Grand Prix Formule I van Monaco in mei 1968. In het eerste deel, 'Monte Carlo', werkt hij voor het Britse team Lotus. Het is de dag van de grand prix in Monaco en de wereld kijkt toe: niet alleen de prins van Monaco  en zijn vrouw Grace Kelly zijn aanwezig, ook de wereldberoemde Amerikaanse filmster Deedee zal straks haar  opwachting maken. Voor de start van de wedstrijd komt zij het asfalt op, waar Preston haar redt wanneer gelekte autovloeistof in brand vliegt. Hij beschermt haar met zijn lichaam, waardoor hij zelf in de hens komt te staan en zwaar gewond wordt afgevoerd. Zij komt ongeschonden uit de bijna-catastrofe. Preston daarentegen verbrandt zijn rug, billen en nek. Er is een vrouw op de tribune die met een camera net één foto heeft gemaakt van dat moment.
Aldstead
Schadelijker voor Preston  echter is de afwikkeling van de gebeurtenis: niemand heeft waardering voor zijn heldendaad, Deedee's lijfwacht krijgt de eer toegeschreven haar gered te hebben. Preston is niemand: zijn acties niet betekenisvol, zijn gezicht niet bekend. De media vermelden zijn naam niet.  Hij keert terug naar zijn woonplaats Aldstead in Engeland en vervolgt, zo goed en zo kwaad als mogelijk, zijn oude leven. Aanvankelijk zien de dorpsbewoners hem als een held, maar er is één man , een seizoenarbeider, die heel sceptisch is. Verder hoort Jack helemaal niets van Preston. Er is wel een bijzonderheid: zijn vrouw Maureen wordt opgewonden van zijn littekens en ze beleven dagelijks een menig plezierig seksueel hoogtepunt. Er lijkt een kentering te komen als Deedee in een talkshow bij Kingsley komt, maar het hele café, de Zwarte Zwaan, wacht vergeefs op een excuus of dankwoord van Deedee. Ze vertelt alleen dat ze in de serie de Wrekers gaat meespelen. Die wordt vanaf dat moment goed bekeken door Jack, die er speciaal een kleurentelevisie voor koopt. Hij heeft wilde fantasieën beroemd te worden en voor Ferrari te kunnen werken, maar hij krijgt een ontslagbrief van Lotus. Hij denkt echter nog steeds met Deedee in contact te kunnen komen. Hij vindt dat hij recht heeft op een soort beloning. In het dorp heeft hij alleen erkenning van de niet zo slimme Ronny.
Monte Carlo
Het is ongeveer een jaar later wanneer Deedee door een noodlottig auto-ongeluk om  het leven komt. Niemand weet de exacte oorzaak. Preston gelooft sterk in een soort goddelijk evenwicht: elke mens krijgt evenveel als hem toekomt. Maar de beloning waarop hij hoopt, komt niet, wel wordt Deedee gestraft voor haar ondankbaarheid. Er wordt een minuut stilte gehouden voor de volgende Grand Prix. 
Op de dag in juli dat de eerste mens op de maan landt, gaat Jack met zijn mooie Lotus Cortina rijden met de simpele Ronny. Hij vraagt hem of hij tot twintig kan tellen in een dodelijke bocht waarbij jack zijn handen losmaakt van het stuur. Normaal kan dat maar zes seconden. 
Het is een open einde, maar het is heel waarschijnlijk dat Jack om het leven komt (zoals zijn grote idool Deedee) Ronny meldt zich zoals gewoonlijk bij de invalide vrouw die altijd zijn ravenzwarte haren kamt.

Argumentatieopdracht:
Inleiding: De bedoeling van deze argumentatieopdracht is om het boek dat je gelezen hebt aan te prijzen of de grond in te boren.  Ik heb ervoor gekozen om mijn boek de hemel in te prijzen aangezien ik het een heel mooi boek vond.

Stelling: Ondanks het korte verhaal heeft het boek Monte Carlo een grote dieptegang.
-          - In het boek heeft elke zin en woord een betekenis, er word niet onnodig veel verteld. Hierdoor is het een diepgaand verhaal wat niet te lang/langdradig is.
-          - Het boek geeft allerlei levenslessen mee, heeft een goed verhaal en is maar 174 bladzijden.
-          - Door de steeds subtiele sprongen in tijd is het boek niet al te dik, maar heeft het toch voldoende diepgang.
-          - Het boek laat goed zien dat door bepaalde gebeurtenissen een menselijk geest de weg helemaal kwijt kan raken.

Stelling: Het boek laat goed zien hoe het leven in die periode (1968) er aan toe ging.
-          - Het boek laat goed zien dat er sprake was van een standsverschil, een ouderwetse wereld die op het punt stond te kantelen (kleuren tv) en toch ook van glamour hoe we die nu kennen (bekende personen in dit geval Deedee).
-          - Het boek laat ook zien dat normale lui (zoals Jack) in deze tijd nog dicht bij bekende personen (Deedee) konden komen, hierdoor kon hij haar ook redden.

Stelling: Het verhaal van Jack spreekt je aan
-          - Het verhaal is niet waargebeurd, maar is wel realistisch. Al zijn emoties, gedachten en handelingen voelen echt aan, dit zorgt er voor dat je mee gaat leven met de hoofdpersoon en je jezelf in hem verplaatst (had ik dan).
-          - Het zit je niet lekker dat Jack ondanks zijn heldhaftige daad nul erkenning krijgt en zijn baan ook nog eens verliest.
-         -  Je ziet de situatie van Jack minder worden en hoopt dat het goed afloopt, dankzij het open einde is dit aan jezelf, alhoewel de kans groot is dat het een zelfmoordpoging is.

Zoals je aan mijn argumenten kan zien is Monte Carlo een kort maar krachtig boek. Als je houd van korte boeken met genoeg diepgang is het een echte aanrader!




zondag 13 maart 2016

Boekverslag boek Kaas

        Kaas
                                                                                  Willem Elsschot
                    https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhalRveOmjOdTOnf66xxy2uXXoUq-M75Q62juwActn-OtT7beb1htYmLiubpQuz3cZpMb41xqVarh2PHiuwq5xDI7QSECPu0iC55MSiIDiFPdjw0wxp-wm56lavBC543sEGSCfwq1c9eMh9/s1600/kaas.jpg




Eigen mening
Ik vond het boek ‘’kaas’’ een leuk boek om te lezen. Ik heb dit boek gekozen vanwege wat tijdgebrek (te laat begonnen met boek kiezen) en verwachtte dan ook niet zoveel van dit dunne boek met opmerkelijke titel. Persoonlijk houd ik meer van spannende oorlogsverhalen wat ook te zien is aan mijn vorige boeken, maar dit boek beviel mij ook zeer goed. Wel vond ik het taalgebruik wat ouderwets waardoor ik me soms begon te irriteren. Ondanks het ouderwetse taalgebruik vond ik het een plezierig boek vanwege de humor, zonder dat het er te dik bovenop lag kwam dit er veel in voor waardoor ik soms lachend aan het lezen was. Bij films lach ik best wel vaak maar bij een boek heb ik dit nog nooit meegemaakt (daarbij moet ik wel zeggen dat ik amper boeken lees). Ook verbaasde ik me over de inhoud van het boek, ik had van te voren niet verwacht dat in zo’n klein boekje zo’n uitgebreid verhaal vertelt kon worden, hierbij moet ik wel zeggen dat er soms wat langdradige onnodig opsommingen in zaten.  Ik heb me dus goed vermaakt aan dit boek, maar voor mensen die niet zo makkelijk lezen zou ik toch een ander boek aanraden vanwege het ouderwetse/deftige taalgebruik.

 (ps. Ik zal mijn volgende boek ruim op tijd kiezen zodat ik een wat spannender boek te lezen heb)
Samenvatting
Frans Laarmans woonde samen met zijn vrouw Fine en zijn twee kinderen Jan en Ida in Antwerpen. Frans werkte als klerk op het kantoor van de General Marine and Shipbuilding Company. Hij werkte hier al heel lang en had het niet zo meer naar zijn zin op zijn werk. Hij was toe aan een nieuwe uitdaging.
Met de moeder van Frans ging het al een tijd niet goed. Op een dag had Frans Laarmans tot middernacht Pale-Ale gedronken en gekaart. Toen hij in bed wilde stappen stond zijn broer Oscar voor de deur. Oscar vertelde dat zijn moeder op sterven lag. Frans ging met Oscar mee naar zijn moeder. Heel zijn familie was al in het huis van zijn moeder. Na een uur overleed zijn moeder. Toen Frans weer thuis kwam was hij erg moe en hij vertelde tegen zijn vrouw niet de werkelijkheid, want hij zei dat de situatie van zijn moeder niet was veranderd.
Op de begrafenis van zijn moeder ontmoette Frans Van Schoonbeke. Van Schoonbeke nodigde Frans uit om op bezoek te komen. De vrienden van Van Schoonbeke waren er ook op het moment dat Frans op bezoek kwam. Het waren rechters, advocaten, kooplieden en zij hadden allemaal een auto. Niet veel mensen hadden een auto en Frans voelde zich niet thuis tussen deze mensen, omdat hij niet met hen mee kon praten. Van Schoonbeke vroeg hem op een dag om vertegenwoordiger in België te worden van een grote Nederlandse firma die in kaas handelde.
Toen Frans weer naar huis ging, voelde hij zich een heel ander mens. Thuis probeerde hij zo gewoon mogelijk te doen, maar zijn vrouw en zoon merkten iets aan hem. ’s Avonds in bed vertelde hij het verhaal aan zijn vrouw Fine. Laarmans wilde al zijn baan als klerk opzeggen, maar zijn vrouw zei dat hij dit niet moest doen. De volgende dag schreef Frans een brief naar de firma in Amsterdam.
Frans werd algemeen vertegenwoordiger voor de firma Horstra voor België en Luxemburg. Hornstra stuurde Frans gelijk twintig ton Edammer. Frans ging nu wel naar de wekelijkse bijeenkomst bij Van Schoonbeke. Frans gedroeg zich nu veel zelfbewuster en ook de gasten bij Van Schoonbeek spraken nu tegen Frans wat ze eerst niet deden.
Thuis sprak Frans pas na het eten met zijn vrouw. Zij las het contract heel nauwkeurig en stelde allemaal vragen over de maandelijkse uitkering. Het bleek dat dit niet bedoeld was als zijn salaris, maar als een voorschot op het eventuele commissieloon. Frans kon er niet tegen dat hij dit niet gezien had en probeerde door zijn moeilijke taalgebruik zijn vrouw te overbluffen.
Frans nam geen ontslag bij zijn vorige baan als klerk op kantoor. Zijn broer zorgde ervoor dat hij de komende drie maanden niet op zijn werk hoefde te komen. Zijn broer Karel zei tegen het bedrijf waar Frans eerst werkte, dat Frans leed aan een “zenuwziekte”. Frans kreeg voor drie maanden onbetaald verlof.
Frans begon met het inrichten van zijn kantoor. Frans wilde ook een firmanaam hebben, hij verzon daarom GAFPA (General Antwerp Feeding Products Association). Ook kreeg de familie Laarmans een telefoon.
Toen Frans op de dag thuis kwam, hoorde hij dat zijn kaas aangekomen was. Zijn dochter Ida had de telefoon opgepakt, alleen zij was de naam vergeten van de persoon die haar belde.
De volgende morgen belde iemand van het Blauwhoedenveem om te vragen waar de kaas moest blijven. Frans vroeg aan die persoon wat er gewoonlijk met kaas gebeurt. Die persoon zei dat hij een lijst met kopers nodig had, maar die had Frans nog niet. Frans ging daarom naar een opslagplaats toe en liet daar de 10.000 kazen opslaan. Een aantal kazen nam Frans mee naar huis, zodat ze thuis zijn kaas konden proeven. Frans oudere broer Karel kwam die dag nog langs om te vragen of hij al kazen had verkocht. Frans had nog geen kaas verkocht en Karel adviseerde Frans om op te schieten met de verkoop. ’s Avonds schreef Frans een brief aan de firma Hornstra op de schrijfmachine van Van Schoonbeke. Frans gaf Van Schoonbeke gelijk een halve kaas. Van Schoonbeke zei dat hij ervoor zou zorgen dat Frans kandidaat zou worden bij de presidentsverkiezingen van de Vakbond van Belgische Kaashandelaren.
Frans wilde een tweedehands bureau en een schrijfmachine hebben. Daarom zocht hij een hele week de stad af. Hij kocht een tweedehands bureau en hij huurde een schrijfmachine. Op een bijeenkomst promootte Frans zijn kaas en iedereen bewonderde de kaas. Frans beloofde de kaas tegen de prijs van de groothandel te leveren.
Op een dag kreeg Frans zijn eerste bestelling binnen en hij moest 7 ½ kazen bezorgen. Hij bezorgde deze kaas zelf. Dit werkte niet echt dacht Frans, dus daarom plaatste hij een advertentie om agenten aan te stellen om zijn kaas rond te brengen. Hij kreeg ongeveer 200 sollicitatiebrieven binnen. Frans stelde 30 agenten aan. Na een tijd bleek dat er nog geen bestellingen binnen waren gekomen. Hij besloot twee van zijn agenten op te zoeken. De ene man bleek onbekend te zijn aan het opgegeven adres en de andere man zei dat kaas hem niets interesseert.
Frans was intussen gekozen tot plaatsvervangend voorzitter van de Vakbond van Belgische Kaashandelaren. Frans trad al vrij snel af, omdat er niet naar hem geluisterd werd.
Op een dag belde firma Hornstra op dat hij langs zou komen om de verkochte kaas af te rekenen. Frans gaat hierop zelf op pad om kaas te verkopen, omdat hij nog niet veel kaas heeft verkocht. Toen Frans thuis kwam hoorde hij dat zijn zoon Jan een hele kist heeft verkocht aan de vader van zijn vriend. Frans bezocht de kist met kaas per taxi bij hem. Zijn dochter Ida had ook geprobeerd om kaas te verkopen op school, alleen zijn werd nu voor kaasboerin uitgescholden.
De zoon van de notaris zei dat zijn vader bereid was de Gafpa – onderneming over te nemen. Frans stemde toe met de zoon van de notaris. Frans bracht de kisten met kaas die in zijn kelder nog stonden, terug naar Blauwhoevenveem waar de rest van de kaas stond. Frans dacht terug aan hoe hij die hele kaashandel had kunnen aannemen. Hij dacht dat hij te meegaand was en dat hij de moed niet had om de aanbieding van Van Schoonbeke af te slaan.
Frans wachtte op een man van de firma Hornstra. Toen die man kwam deed hij net of hij niet thuis was en opende de deur ook niet. Ook zijn vrouw wist op dat moment dat het “kaasavontuur” was afgelopen.
Frans ging weer aan het werk bij General Marine. Hij kwam erachter dat hij het daar best wel naar zijn zin had.
Frans schreef aan firma Horstra dat hij niet meer verder kon werken in de kaas vanwege gezondheidsredenen. Drie dagen later ontving Frans een bestelbon voor 4.200 kilo kaas van een agent uit Brugge. Deze bestelling kwam dus te laat, omdat de Gafpa-onderneming niet meer van Frans was.
Frans bezocht het graf van zijn ouders en legde er een bos chrysanten neer. Over kaas werd thuis niet meer gesproken en de vrouw van Frans was zo verstandig om voorlopig geen kaas meer te kopen.
Auteur: Mar89


Argumentatieopdracht
Inleiding: de bedoeling van deze argumentatieopdracht is om het boek dat je gelezen hebt aan te prijzen of de grond in te boren.  Ik heb ervoor gekozen om mijn boek af te kraken aangezien ik hier de beste argumenten voor had.
 (ondanks deze minpunten vond ik het wel een leuk boek, kijk mijn mening)
Stelling: Het boek kaas is een vervelend boek.

Argument 1: Het boek kent een ouderwetse zinsopbouw waardoor het moeilijk te begrijpen is.
Subargument 1: ‘’Hoe jammer dat mijn moeder niet had gewacht tot zij dat nog had medegemaakt’’ (blz 36

Argument 2: Het boek kaas bezit veel woorden met verouderde woordkeuze. Hierdoor moet je beter je best doen om bepaalde woorden die tegenwoordig niet meer gebruikt worden te begrijpen. Dit wekt Irritatie op.
Subargument 2: ’S Anderendaags (blz 33)

Argument 3: Het boek kent onnodige langdradige opsommingen.
Subargument 3: ‘’Daar ik echter niets zie komen, ben ik mijn twee Brusselse agenten, Nienickx en Delaforge, ten slotte gaan opzoeken om te weten wat er aan scheelt om die mensen desnoods met raad en daad bij te staan.

Deze Argumentatie is nu van toepassing, omdat het een oud boek is. Stel we gaan terug naar de tijd van de 1e uitgave, dan waren deze argumenten (bijna) niet van toepassing.



donderdag 28 januari 2016

het behouden huis

Het behouden huis
     http://www.lobbes.nl/images/items/4800424a.jpg
Eigen mening:                                                                                          Ik vind het behouden huis een heel boeiend boek, ik vond de inhoud (hoe die beschreven is) heel interessant en het boek leest lekker door. Ook vond ik het leuk dat er veel motieven in voorkomen. Wanneer je het boek in het begin leest denk je over veel dingen niet echt diep na, maar wanneer sommige dingen later in het verhaal terugkomen herinner je (ik in iedergeval) weer allerlei dingen die je eerder hebt gelezen en die dus met latere gebeurtenissen in verband staan. Ik kon me ook goed inleven in het ik-figuur, dat was bij mijn vorige boek niet het geval dus dat is een groot pluspunt van dit boek. Wel vind ik dat het boek de gehele situatie over het algemeen op een zeer sombere manier beschrijft, dit had van mij wel minder gemogen. Al met al vond ik het een van de interessantste boeken die ik in mijn leescarrière gelezen heb en ben ik ook blij dat ik dit boek gekozen heb.


Samenvatting:
De ik-figuur vecht in de Tweede Wereldoorlog aan de zijde van de partisanen. De meeste zijn Oost-Europeanen. Dat zorgt voor taalproblemen. Hier heeft hij moeite mee en hij voelt zich eenzaam. Alleen met een Spanjaard heeft hij wat contact. Wanneer de partisanen een stadje veroverd hebben en de ik-figuur een café binnen wil gaan, krijgt hij de opdracht het stadje te zuiveren van ‘boobytraps’.
In het stadje ziet hij niemand. Plotseling stuit hij op een groot huis. Hij herinnert zich het verblijf in gevangenissen – sinds vier jaar heeft hij niet meer in een normaal bed geslapen. Met een zekere eerbied neemt de hoofdpersoon zijn intrek in het huis. Hij gaat het hele huis door. Slechts een kamer is op slot. Er is niemand. Wanneer hij het hele huis doorzocht heeft, neemt hij een bad en trekt daarna de kleding van de oorspronkelijke bewoner aan. Hierna gaat hij naar de keuken en eet de pan soep, die nog op het fornuis stond, leeg.
Plotseling gaat de bel. De Duitsers hebben een tegenaanval gedaan en nu staat er een Duitse officier op de stoep. Hij denkt dat de ik-figuur de wettige bewoner is en scheept hem op met de inkwartiering van enkele officieren. De volgende ochtend ontdekt hij dat het slot van de kelder is geforceerd. Hij beklaagt zich hierover bij de kolonel en het slot wordt vervangen en de soldaten houden zich in het vervolg rustig.
Hoewel de ik-figuur de Duitsers als soldaat bestreden heeft, ziet hij geen wezenlijke bedrei-ging in hen, omdat hij als het ware zijn soldatenleven opzij heeft gelegd. Wel is hij voortdurend bang voor de komst van de werkelijke eigenaars.
De volgende week verloopt rustig. De ik-figuur verkent de omgeving en neemt een kat mee naar het huis. In de huisbibliotheek ontdekt hij allerlei boeken over vissen: de eigenaar moet een vissenliefhebber zijn.
Op een dag betreedt een vreemde man het huis. Hij blijkt de eigenaar te zijn. De ik-figuur schiet hem dood. Dan komt er een vrouw uit de badkamer. De ik-figuur wurgt haar op lugubere wijze en legt haar in ‘zijn’ slaapkamer. De vermoorde man legt hij in de tuin. Wanneer hij weer binnenkomt ziet hij licht in de afgesloten kamer. De deur staat op een kier. De ik-figuur ziet een dove oude man temidden van een verzameling aquaria. De oude man vertelt een heel verhaal over zijn ‘cultuurgoed’. De ik-figuur gaat naast de vrouw liggen en valt in slaap.
Nadat de kolonel op de deur heeft geklopt, zegt hij dat ze ingesloten zijn door de bolsjewis-ten. De ik-figuur trekt zijn uniform weer aan en neemt de kolonel gevangen. Hij mag zich niet meer scheren. Op weg naar beneden probeert de ik-figuur de oude man duidelijk te maken dat hij geen ‘Heil Hitler’ meer mag zeggen. Hij schrijft de boodschap op een briefje, wanneer de man hem niet snapt.
De ik-figuur sluit zich weer bij het leger aan. Hij komt ook de Spanjaard weer tegen.. Die is geïnteresseerd in de vrouw. De ik-figuur brengt hem naar het huis. De partisanen, die hen gevolgd zijn, vernielen het huis en belemmeren de ik-figuur de doorgang naar boven.
’s Avonds lukt het hem naar boven te gaan. De kamer is verlaten en de aquaria zijn           vernield. Ook de vrouw is weg. In de tuin treft hij het lijk van de eigenaar nog wel aan. Op het grasveld voor het huis ontdekt hij de anderen: de oude man, de kolonel en de vrouw zijn aan een plataan opgehangen. Voordat hij met het leger meegaat, gooit hij nog een granaat in het huis. Hij beseft dat het huis al die tijd ‘komedie heeft gespeeld’ en nu pas laat zien wat het in werkelijkheid geweest is: ‘een hol, tochtig brok steen, inwendig vol afbraak en veiligheid.’
Argumentatieopdracht:
Inleiding: de bedoeling van deze argumentatieopdracht is om het boek dat je gelezen hebt aan te prijzen of de grond in te boren.  Ik heb ervoor gekozen om mijn boek de hemel in te prijzen aangezien ik het een heel mooi boek vond.
Stelling: Het boek geeft een goed beeld van de werkelijke oorlog.
Argument 1: In veel boeken worden alleen de duitsers als beesten beschreven, dit is in dit boek niet het geval. In dit boekt komt namelijk duidelijk naar voren dat de Partizanen zich ook niet altijd even lief gedroegen.
Subargument: In het boek komt duidelijk naar voren dat ook de duitsers zelf een slachtofferrol hebben in de oorlog.
Subargument: Het verhaal laat ook goed zien wat de oorlog met de mens deed toendertijd, zo is de ik-persoon enorm uitgeput en geen zin meer in de oorlog heeft.

Stelling: Het behouden huis is een niet te moeilijk boek dat lekker doorleest.
Argument 1: Het boek is makkelijk te begrijpen, zonder al te veel door te denken is het verhaal goed te begrijpen.
Subargument: Op sommige momenten is het mogelijk om dieper door te denken dan je op eerste moment zou denken, er zitten namelijk veel motieven in het boek. Het mooie aan dit boek is dat als je deze motieven niet door hebt, het boek alsnog goed te begrijpen is.

Subargument: Er word in korte tijd veel beschreven, dit is voor veel mensen aantrekkelijk want over het algemeen houd men meer van korte boeken. Zo heb je in dit geval een boek met een goede inhoud en een niet al te lange leestijd.

her-upload bezonken rood

Bezonken rood
Jeroen Brouwers
http://s.s-bol.com/imgbase0/imagebase/large/FC/9/3/9/8/1001004001658939.jpg

Samenvatting:
De hoofdpersoon in het verhaal is Jeroen Brouwers. Zijn moeder is eind januari 1981 gestor-ven. Hij heeft haar nooit opgezocht in het bejaardentehuis. Het overlijden van zijn moeder is hem ’s ochtends telefonisch bericht. Hij was niet aanwezig op de crematie.

De hoofdpersoon lijdt aan plotselinge aanvallen, waarbij hij krankzinnig van angst wordt. De ‘angst- en emotiedempers’ die hij er tegen slikt, maken hem rustig en onverschillig, denken wordt onmogelijk en er treedt een vervreemding op van zichzelf.
Toen hij een tamelijk onevenwichtig leven leidde, zes à zeven jaar geleden, heeft hij Liza ontmoet. Hij is slechts drie dagen in haar gezelschap geweest. Toch is ze zeer belangrijk in zijn leven. Dit komt doordat hij een moederfiguur in haar ziet. Na deze korte relatie is hij getrouwd met een andere vrouw. Ze schonk hem een kind. Na de dood van zijn moeder moet hij zowel aan haar als aan Liza denken, in dezelfde hoeveelheid van liefde als van afkeer (hartstochtelijk en onhartstochtelijk). ‘Ik voel niets en ik wil niets voelen.’

Brouwers heeft samen met zijn grootmoeder, moeder en zus in het Jappenkamp Tjideng gezeten, waar Kenitji Sone de commandant was. Jeroen woonde er van zijn derde tot en met zijn vijfde leefjaar.
De ellende van het kamp is voor hem pas later realiteit geworden. Destijds heeft hij, als ‘egoïstische levenslustige kleuter’, helemaal niet geleden. Zo heeft hij geen slechte herinnering aan de psychologische foltering. Deze bestond eruit dat, van tijd tot tijd alle jongetjes afscheid van hun moeder moesten nemen omdat ze werden opgehaald met onbekende bestemming, waarna ze soms dagenlang wegbleven.
Nadat de moeder van Brouwers, door Sone persoonlijk, tot bloedens toe in het kruis is getrapt, zegt Jeroen het volgende: ‘Geboekstaafd is: “Mijn moeder was de mooiste moeder, op dat moment hield ik op van haar te houden”.’ En hij denkt: ‘nu wil ik een ander want deze is kapot’, zoals hij later, bij de geboorte van zijn dochtertje denkt: ‘nu wil ik een andere vrouw.’ Dit laatste wou hij, omdat hij vindt dat het krijgen van een kind een schending is.

Voor Jeroen was de tijd na de oorlog pas traumatisch. Zijn moeder laat hem achter in een pensionaat. Ze heeft hem verraden, zo voelt Jeroen het. Bij de afscheidszoen valt de voile van zijn moeder voor zijn lippen. “Dit ‘voorval’ is tekenend voor de rest van mijn leven: wij kussen elkaar door een traliewerk van spinnenweb”. Hij stelt zich enkele keren voor wat zijn moeder en hijzelf gedaan hebben op het moment dat ze overleed. Zo beschrijft hij uitvoerig wat er te zien was op de televisie.

Toen hij nog kampbewoner was, is zijn grootmoeder overleden. Vele kampbewoners overleden, maar hij had geen enkele gevoelens, zelfs niet toen zijn kampvriendjes overleden.

Tijdens de crematie, wil hij uit het boekje lezen waarmee zijn moeder hem heeft leren lezen. Het heet Daantje gaat op reis, van L. Roggeveen. Maar door het vele verhuizen is hij het kwijtgeraakt.

Zodoende gaat hij die middag rondrijden in zijn auto. Hij verlangt naar Liza. Hij belandt letterlijk en figuurlijk in mist, en verdwaald. Uiteindelijk stapt hij uit zijn auto en begint hij te lopen door het bos. Hij komt aan bij een zwart meer. Hier denkt hij aan zijn overleden moeder. Tevens denkt hij terug aan het kamp. Hij wilde zijn moeder wel verzorgen, maar hij kon niets meer voor haar doen, dan voorlezen uit het boek Daantje. Nu zijn moeder dood is, hoopt hij dat Liza verschijnt.
Brouwers rijdt terug naar huis en ‘ik ben aan mijn werktafel gaan zitten om zogenaamd onaangeraakt, onaangedaan, onverstoord, het werk aan mijn boek over zelfmoord in de Nederlandstalige literatuur, dat ik onder handen had, te hervatten’. Het wil echter niet vlotten. Hij begint te drinken. Hoe meer hij drinkt, hoe minder hij trilt… (scholieren.nl)

Eigen mening: In het begin, toen ik het boek net had beviel het boek me voor geen meter, het was heel langdradig en continu werden dingen herhaald, hierdoor vond ik het niet lekker lezen.  Ook leek het of het boek vanaf een afstand was geschreven, dit komt door de onverschillige manier van schrijven, hierdoor voel je je (tenminste ik dan) minder betrokken bij de hoofdpersoon uit het verhaal. Wanneer ik me niet zo betrokken voel bij de hoofdpersoon vind ik het lezen zelf ook een stuk minder aan, daarom ga ik, bij mijn volgende boek, opzoek naar een boek waarbij de schrijver/personage wat meer betrokken is met de lezer, want bij dit boek maakte het verloop van het verhaal mij ook niet echt uit, omdat ik me niet betrokken bij het boek voelde. Wel brengt het boek het verschil tussen goed en kwaad goed naar voren, zo beschrijft hij bijvoorbeeld in verhalen zijn eigen gedrag van vroeger en laat ook blijken dat hij zich hier voor zijn ‘’slechte’’ gedrag schaamd. Ook vind ik de schrijver soms wat onduidelijk, hij kan op bepaalde momenten zijn gedachten niet duidelijk verwoorden (naar mijn gevoel) dit komt onder andere doordat het heden en verleden continu door elkaar heen lopen. Wel ging het lezen van het boek zelf op den duur wat beter en had ik ook wat meer plezier in het lezen. Al met al vond ik het dus een pittig boek, dat misschien iets te moeilijk voor mij is.

Argumentatie opdracht:
Inleiding: de bedoeling van deze argumentatieopdracht is om het boek dat je gelezen hebt aan te prijzen of de grond in te boren.  Ik heb ervoor gekozen om mijn boek de grond in te boren aangezien ik het boek maar niks vond.
Korte samenvatting: Het boek gaat over jeroen, hij word op een dag gebeld met de mededeling dat zijn moeder is overleden. Na deze gebeurtenis begon hij na te denken over gebeurtenissen in het verleden (jappenkampen) en over zijn relatie met zijn moeder, deze relatie was zo slecht geworden dat hij niet eens op de crematie van zijn eigen moeder is komen opdagen.
Stelling: Brouwer heeft in het boek erg overdreven over de gruwel in de jappenkampen.
Argument 1: Brouwer, niet zelf aanwezig geweest in jappenkampen of via persoon dicht bij hem geïnformeerd, heeft met dit boek een hoop historische feiten genegeerd, hierdoor zijn er een hoop mensen die het boek ongeloofwaardig vinden en het boek daardoor een stuk minder of zelfs helemaal niet aantrekkelijk meer vinden om te lezen.
Sub argument: Brouwer had zich beter moeten voorbereiden, nadat hij veel kritiek had gekregen van historici had hij enkele zwakke argumenten voor het schrijven van dit boek, zo zei hij; Ik heb dit boek geschreven omdat ik me inleef met de mensen bij wie dit is overkomen, als er dan af en toe een klein historisch foutje inzit moet dat kunnen, het is niet voor niks een Roman. Met deze uitspraak komt het bij mij een beetje over dat hij zegt dat een Roman altijd een niet kloppend verhaal is. Zijn argument over zijn  inlevingsvermogen wat de reden is voor het schrijven van het verhaal vind ik zwak aangezien je als een schrijver met zijn status van te voren kan verwachten dat er kritiek op je verhaal komt wanneer het verhaal historisch incorrect, ook al is het een Roman.
Sub argument: Fred lanzing, die in hetzelfde jappenkamp als dat in het verhaal van Brouwers heeft gezeten ergerde zich aan het verhaal. Hij zij dat de inhoud over de kampen van geen kant klopte en sprak dan ook niet over het boek bezonken rood maar over het boek verzonnen rood.
Stelling: Bezonken rood is een boek met een grote afstand tussen verteller en lezer
Argument 1: het verhaal word op een erg koele manier verteld, het lijkt wel dat het/de personage/schrijver geen gevoelens heeft.
Sub argument: In het verhaal word deels de reden over deze koele houding verteld, wel blijft de houding extreem koel (ondanks uitleg) en is het verbreken van het contact met zijn moeder vreemd.
Slotconclusie: Bezonken rood is een heel afstandelijk boek wat niet veel contact tussen personage/lezer opwekt. Ook zitten er veel historische fouten in verwerkt waardoor het boek onbetrouwbaar word en dat vind ik persoonlijk minder leuk om te lezen. Ik hou van oorlogsverhalen maar dan moet er niet met de feiten gesjoemeld worden.