Kaas
Willem Elsschot
Eigen mening
Ik vond het boek ‘’kaas’’ een leuk boek om te lezen. Ik heb dit boek gekozen
vanwege wat tijdgebrek (te laat begonnen met boek kiezen) en verwachtte dan ook
niet zoveel van dit dunne boek met opmerkelijke titel. Persoonlijk houd ik meer
van spannende oorlogsverhalen wat ook te zien is aan mijn vorige boeken, maar
dit boek beviel mij ook zeer goed. Wel vond ik het taalgebruik wat ouderwets
waardoor ik me soms begon te irriteren. Ondanks het ouderwetse taalgebruik vond
ik het een plezierig boek vanwege de humor, zonder dat het er te dik bovenop
lag kwam dit er veel in voor waardoor ik soms lachend aan het lezen was. Bij
films lach ik best wel vaak maar bij een boek heb ik dit nog nooit meegemaakt
(daarbij moet ik wel zeggen dat ik amper boeken lees). Ook verbaasde ik me over
de inhoud van het boek, ik had van te voren niet verwacht dat in zo’n klein boekje
zo’n uitgebreid verhaal vertelt kon worden, hierbij moet ik wel zeggen dat er
soms wat langdradige onnodig opsommingen in zaten. Ik heb me dus goed vermaakt aan dit boek, maar
voor mensen die niet zo makkelijk lezen zou ik toch een ander boek aanraden
vanwege het ouderwetse/deftige taalgebruik.
(ps. Ik zal mijn volgende boek ruim
op tijd kiezen zodat ik een wat spannender boek te lezen heb)
Samenvatting
Frans Laarmans woonde samen met zijn vrouw Fine en zijn twee kinderen Jan
en Ida in Antwerpen. Frans werkte als klerk op het kantoor van de General
Marine and Shipbuilding Company. Hij werkte hier al heel lang en had het niet
zo meer naar zijn zin op zijn werk. Hij was toe aan een nieuwe uitdaging.
Met de moeder van Frans ging het al een tijd niet goed. Op een dag had Frans Laarmans tot middernacht Pale-Ale gedronken en gekaart. Toen hij in bed wilde stappen stond zijn broer Oscar voor de deur. Oscar vertelde dat zijn moeder op sterven lag. Frans ging met Oscar mee naar zijn moeder. Heel zijn familie was al in het huis van zijn moeder. Na een uur overleed zijn moeder. Toen Frans weer thuis kwam was hij erg moe en hij vertelde tegen zijn vrouw niet de werkelijkheid, want hij zei dat de situatie van zijn moeder niet was veranderd.
Op de begrafenis van zijn moeder ontmoette Frans Van Schoonbeke. Van Schoonbeke nodigde Frans uit om op bezoek te komen. De vrienden van Van Schoonbeke waren er ook op het moment dat Frans op bezoek kwam. Het waren rechters, advocaten, kooplieden en zij hadden allemaal een auto. Niet veel mensen hadden een auto en Frans voelde zich niet thuis tussen deze mensen, omdat hij niet met hen mee kon praten. Van Schoonbeke vroeg hem op een dag om vertegenwoordiger in Belgiƫ te worden van een grote Nederlandse firma die in kaas handelde.
Toen Frans weer naar huis ging, voelde hij zich een heel ander mens. Thuis probeerde hij zo gewoon mogelijk te doen, maar zijn vrouw en zoon merkten iets aan hem. ’s Avonds in bed vertelde hij het verhaal aan zijn vrouw Fine. Laarmans wilde al zijn baan als klerk opzeggen, maar zijn vrouw zei dat hij dit niet moest doen. De volgende dag schreef Frans een brief naar de firma in Amsterdam.
Frans werd algemeen vertegenwoordiger voor de firma Horstra voor Belgiƫ en Luxemburg. Hornstra stuurde Frans gelijk twintig ton Edammer. Frans ging nu wel naar de wekelijkse bijeenkomst bij Van Schoonbeke. Frans gedroeg zich nu veel zelfbewuster en ook de gasten bij Van Schoonbeek spraken nu tegen Frans wat ze eerst niet deden.
Thuis sprak Frans pas na het eten met zijn vrouw. Zij las het contract heel nauwkeurig en stelde allemaal vragen over de maandelijkse uitkering. Het bleek dat dit niet bedoeld was als zijn salaris, maar als een voorschot op het eventuele commissieloon. Frans kon er niet tegen dat hij dit niet gezien had en probeerde door zijn moeilijke taalgebruik zijn vrouw te overbluffen.
Frans nam geen ontslag bij zijn vorige baan als klerk op kantoor. Zijn broer zorgde ervoor dat hij de komende drie maanden niet op zijn werk hoefde te komen. Zijn broer Karel zei tegen het bedrijf waar Frans eerst werkte, dat Frans leed aan een “zenuwziekte”. Frans kreeg voor drie maanden onbetaald verlof.
Frans begon met het inrichten van zijn kantoor. Frans wilde ook een firmanaam hebben, hij verzon daarom GAFPA (General Antwerp Feeding Products Association). Ook kreeg de familie Laarmans een telefoon.
Toen Frans op de dag thuis kwam, hoorde hij dat zijn kaas aangekomen was. Zijn dochter Ida had de telefoon opgepakt, alleen zij was de naam vergeten van de persoon die haar belde.
De volgende morgen belde iemand van het Blauwhoedenveem om te vragen waar de kaas moest blijven. Frans vroeg aan die persoon wat er gewoonlijk met kaas gebeurt. Die persoon zei dat hij een lijst met kopers nodig had, maar die had Frans nog niet. Frans ging daarom naar een opslagplaats toe en liet daar de 10.000 kazen opslaan. Een aantal kazen nam Frans mee naar huis, zodat ze thuis zijn kaas konden proeven. Frans oudere broer Karel kwam die dag nog langs om te vragen of hij al kazen had verkocht. Frans had nog geen kaas verkocht en Karel adviseerde Frans om op te schieten met de verkoop. ’s Avonds schreef Frans een brief aan de firma Hornstra op de schrijfmachine van Van Schoonbeke. Frans gaf Van Schoonbeke gelijk een halve kaas. Van Schoonbeke zei dat hij ervoor zou zorgen dat Frans kandidaat zou worden bij de presidentsverkiezingen van de Vakbond van Belgische Kaashandelaren.
Frans wilde een tweedehands bureau en een schrijfmachine hebben. Daarom zocht hij een hele week de stad af. Hij kocht een tweedehands bureau en hij huurde een schrijfmachine. Op een bijeenkomst promootte Frans zijn kaas en iedereen bewonderde de kaas. Frans beloofde de kaas tegen de prijs van de groothandel te leveren.
Op een dag kreeg Frans zijn eerste bestelling binnen en hij moest 7 ½ kazen bezorgen. Hij bezorgde deze kaas zelf. Dit werkte niet echt dacht Frans, dus daarom plaatste hij een advertentie om agenten aan te stellen om zijn kaas rond te brengen. Hij kreeg ongeveer 200 sollicitatiebrieven binnen. Frans stelde 30 agenten aan. Na een tijd bleek dat er nog geen bestellingen binnen waren gekomen. Hij besloot twee van zijn agenten op te zoeken. De ene man bleek onbekend te zijn aan het opgegeven adres en de andere man zei dat kaas hem niets interesseert.
Frans was intussen gekozen tot plaatsvervangend voorzitter van de Vakbond van Belgische Kaashandelaren. Frans trad al vrij snel af, omdat er niet naar hem geluisterd werd.
Op een dag belde firma Hornstra op dat hij langs zou komen om de verkochte kaas af te rekenen. Frans gaat hierop zelf op pad om kaas te verkopen, omdat hij nog niet veel kaas heeft verkocht. Toen Frans thuis kwam hoorde hij dat zijn zoon Jan een hele kist heeft verkocht aan de vader van zijn vriend. Frans bezocht de kist met kaas per taxi bij hem. Zijn dochter Ida had ook geprobeerd om kaas te verkopen op school, alleen zijn werd nu voor kaasboerin uitgescholden.
De zoon van de notaris zei dat zijn vader bereid was de Gafpa – onderneming over te nemen. Frans stemde toe met de zoon van de notaris. Frans bracht de kisten met kaas die in zijn kelder nog stonden, terug naar Blauwhoevenveem waar de rest van de kaas stond. Frans dacht terug aan hoe hij die hele kaashandel had kunnen aannemen. Hij dacht dat hij te meegaand was en dat hij de moed niet had om de aanbieding van Van Schoonbeke af te slaan.
Frans wachtte op een man van de firma Hornstra. Toen die man kwam deed hij net of hij niet thuis was en opende de deur ook niet. Ook zijn vrouw wist op dat moment dat het “kaasavontuur” was afgelopen.
Frans ging weer aan het werk bij General Marine. Hij kwam erachter dat hij het daar best wel naar zijn zin had.
Frans schreef aan firma Horstra dat hij niet meer verder kon werken in de kaas vanwege gezondheidsredenen. Drie dagen later ontving Frans een bestelbon voor 4.200 kilo kaas van een agent uit Brugge. Deze bestelling kwam dus te laat, omdat de Gafpa-onderneming niet meer van Frans was.
Frans bezocht het graf van zijn ouders en legde er een bos chrysanten neer. Over kaas werd thuis niet meer gesproken en de vrouw van Frans was zo verstandig om voorlopig geen kaas meer te kopen.
Met de moeder van Frans ging het al een tijd niet goed. Op een dag had Frans Laarmans tot middernacht Pale-Ale gedronken en gekaart. Toen hij in bed wilde stappen stond zijn broer Oscar voor de deur. Oscar vertelde dat zijn moeder op sterven lag. Frans ging met Oscar mee naar zijn moeder. Heel zijn familie was al in het huis van zijn moeder. Na een uur overleed zijn moeder. Toen Frans weer thuis kwam was hij erg moe en hij vertelde tegen zijn vrouw niet de werkelijkheid, want hij zei dat de situatie van zijn moeder niet was veranderd.
Op de begrafenis van zijn moeder ontmoette Frans Van Schoonbeke. Van Schoonbeke nodigde Frans uit om op bezoek te komen. De vrienden van Van Schoonbeke waren er ook op het moment dat Frans op bezoek kwam. Het waren rechters, advocaten, kooplieden en zij hadden allemaal een auto. Niet veel mensen hadden een auto en Frans voelde zich niet thuis tussen deze mensen, omdat hij niet met hen mee kon praten. Van Schoonbeke vroeg hem op een dag om vertegenwoordiger in Belgiƫ te worden van een grote Nederlandse firma die in kaas handelde.
Toen Frans weer naar huis ging, voelde hij zich een heel ander mens. Thuis probeerde hij zo gewoon mogelijk te doen, maar zijn vrouw en zoon merkten iets aan hem. ’s Avonds in bed vertelde hij het verhaal aan zijn vrouw Fine. Laarmans wilde al zijn baan als klerk opzeggen, maar zijn vrouw zei dat hij dit niet moest doen. De volgende dag schreef Frans een brief naar de firma in Amsterdam.
Frans werd algemeen vertegenwoordiger voor de firma Horstra voor Belgiƫ en Luxemburg. Hornstra stuurde Frans gelijk twintig ton Edammer. Frans ging nu wel naar de wekelijkse bijeenkomst bij Van Schoonbeke. Frans gedroeg zich nu veel zelfbewuster en ook de gasten bij Van Schoonbeek spraken nu tegen Frans wat ze eerst niet deden.
Thuis sprak Frans pas na het eten met zijn vrouw. Zij las het contract heel nauwkeurig en stelde allemaal vragen over de maandelijkse uitkering. Het bleek dat dit niet bedoeld was als zijn salaris, maar als een voorschot op het eventuele commissieloon. Frans kon er niet tegen dat hij dit niet gezien had en probeerde door zijn moeilijke taalgebruik zijn vrouw te overbluffen.
Frans nam geen ontslag bij zijn vorige baan als klerk op kantoor. Zijn broer zorgde ervoor dat hij de komende drie maanden niet op zijn werk hoefde te komen. Zijn broer Karel zei tegen het bedrijf waar Frans eerst werkte, dat Frans leed aan een “zenuwziekte”. Frans kreeg voor drie maanden onbetaald verlof.
Frans begon met het inrichten van zijn kantoor. Frans wilde ook een firmanaam hebben, hij verzon daarom GAFPA (General Antwerp Feeding Products Association). Ook kreeg de familie Laarmans een telefoon.
Toen Frans op de dag thuis kwam, hoorde hij dat zijn kaas aangekomen was. Zijn dochter Ida had de telefoon opgepakt, alleen zij was de naam vergeten van de persoon die haar belde.
De volgende morgen belde iemand van het Blauwhoedenveem om te vragen waar de kaas moest blijven. Frans vroeg aan die persoon wat er gewoonlijk met kaas gebeurt. Die persoon zei dat hij een lijst met kopers nodig had, maar die had Frans nog niet. Frans ging daarom naar een opslagplaats toe en liet daar de 10.000 kazen opslaan. Een aantal kazen nam Frans mee naar huis, zodat ze thuis zijn kaas konden proeven. Frans oudere broer Karel kwam die dag nog langs om te vragen of hij al kazen had verkocht. Frans had nog geen kaas verkocht en Karel adviseerde Frans om op te schieten met de verkoop. ’s Avonds schreef Frans een brief aan de firma Hornstra op de schrijfmachine van Van Schoonbeke. Frans gaf Van Schoonbeke gelijk een halve kaas. Van Schoonbeke zei dat hij ervoor zou zorgen dat Frans kandidaat zou worden bij de presidentsverkiezingen van de Vakbond van Belgische Kaashandelaren.
Frans wilde een tweedehands bureau en een schrijfmachine hebben. Daarom zocht hij een hele week de stad af. Hij kocht een tweedehands bureau en hij huurde een schrijfmachine. Op een bijeenkomst promootte Frans zijn kaas en iedereen bewonderde de kaas. Frans beloofde de kaas tegen de prijs van de groothandel te leveren.
Op een dag kreeg Frans zijn eerste bestelling binnen en hij moest 7 ½ kazen bezorgen. Hij bezorgde deze kaas zelf. Dit werkte niet echt dacht Frans, dus daarom plaatste hij een advertentie om agenten aan te stellen om zijn kaas rond te brengen. Hij kreeg ongeveer 200 sollicitatiebrieven binnen. Frans stelde 30 agenten aan. Na een tijd bleek dat er nog geen bestellingen binnen waren gekomen. Hij besloot twee van zijn agenten op te zoeken. De ene man bleek onbekend te zijn aan het opgegeven adres en de andere man zei dat kaas hem niets interesseert.
Frans was intussen gekozen tot plaatsvervangend voorzitter van de Vakbond van Belgische Kaashandelaren. Frans trad al vrij snel af, omdat er niet naar hem geluisterd werd.
Op een dag belde firma Hornstra op dat hij langs zou komen om de verkochte kaas af te rekenen. Frans gaat hierop zelf op pad om kaas te verkopen, omdat hij nog niet veel kaas heeft verkocht. Toen Frans thuis kwam hoorde hij dat zijn zoon Jan een hele kist heeft verkocht aan de vader van zijn vriend. Frans bezocht de kist met kaas per taxi bij hem. Zijn dochter Ida had ook geprobeerd om kaas te verkopen op school, alleen zijn werd nu voor kaasboerin uitgescholden.
De zoon van de notaris zei dat zijn vader bereid was de Gafpa – onderneming over te nemen. Frans stemde toe met de zoon van de notaris. Frans bracht de kisten met kaas die in zijn kelder nog stonden, terug naar Blauwhoevenveem waar de rest van de kaas stond. Frans dacht terug aan hoe hij die hele kaashandel had kunnen aannemen. Hij dacht dat hij te meegaand was en dat hij de moed niet had om de aanbieding van Van Schoonbeke af te slaan.
Frans wachtte op een man van de firma Hornstra. Toen die man kwam deed hij net of hij niet thuis was en opende de deur ook niet. Ook zijn vrouw wist op dat moment dat het “kaasavontuur” was afgelopen.
Frans ging weer aan het werk bij General Marine. Hij kwam erachter dat hij het daar best wel naar zijn zin had.
Frans schreef aan firma Horstra dat hij niet meer verder kon werken in de kaas vanwege gezondheidsredenen. Drie dagen later ontving Frans een bestelbon voor 4.200 kilo kaas van een agent uit Brugge. Deze bestelling kwam dus te laat, omdat de Gafpa-onderneming niet meer van Frans was.
Frans bezocht het graf van zijn ouders en legde er een bos chrysanten neer. Over kaas werd thuis niet meer gesproken en de vrouw van Frans was zo verstandig om voorlopig geen kaas meer te kopen.
Auteur: Mar89
Link: http://educatie-en-school.infonu.nl/samenvattingen/24572-willem-elsschot-kaas-vwo-6-niveau.html
Argumentatieopdracht
Inleiding: de bedoeling van deze
argumentatieopdracht is om het boek dat je gelezen hebt aan te prijzen of de
grond in te boren. Ik heb ervoor gekozen om mijn boek af te kraken
aangezien ik hier de beste argumenten voor had.
(ondanks deze minpunten vond ik het wel een
leuk boek, kijk mijn mening)
Stelling: Het boek kaas is een vervelend
boek.
Argument 1: Het
boek kent een ouderwetse zinsopbouw waardoor het moeilijk te begrijpen is.
Subargument 1: ‘’Hoe
jammer dat mijn moeder niet had gewacht tot zij dat nog had medegemaakt’’ (blz
36
Argument 2: Het
boek kaas bezit veel woorden met verouderde woordkeuze. Hierdoor moet je beter
je best doen om bepaalde woorden die tegenwoordig niet meer gebruikt worden te
begrijpen. Dit wekt Irritatie op.
Subargument 2: ’S
Anderendaags (blz 33)
Argument 3: Het
boek kent onnodige langdradige opsommingen.
Subargument 3: ‘’Daar
ik echter niets zie komen, ben ik mijn twee Brusselse agenten, Nienickx en
Delaforge, ten slotte gaan opzoeken om te weten wat er aan scheelt om die mensen
desnoods met raad en daad bij te staan.
Deze Argumentatie is nu van toepassing, omdat het een oud
boek is. Stel we gaan terug naar de tijd van de 1e uitgave, dan
waren deze argumenten (bijna) niet van toepassing.