dinsdag 3 januari 2017

Karakter

Karakter
Ferdinand Bordewijk

Samenvatting:

In de eerste zeven hoofdstukken wordt de jeugd beschreven van Jacob Willem Katadreuffe (in een voetnoot op de eerste pagina wijst de auteur erop dat deze merkwaardige naam op zijn Nederlands dient te worden uitgesproken) tot en met zijn eenentwintigste jaar. Deze tijd wordt later door hem een 'periode van mislukking' genoemd.

Zijn moeder is Joba Katadreuffe, die op achttienjarige leeftijd verkracht is door haar twintig jaar oudere werkgever, Arend Barend Dreverhaven. Ze raakt in verwachting en neemt ontslag. Zij heeft een ijzeren gestel, maar door de bevalling met de keizersnede is ze erg verzwakt. Dreverhaven is een gevreesde, genadeloze deurwaarder, die bekend staat als 'het zwaard zonder genade voor iedere schuldenaar die hem in handen viel'. Tot zes keer toe vraagt hij Joba ten huwelijk, maar ze weigert koppig. Ook de postwissels die hij opstuurt, neemt ze niet aan ('De twaalfde keer schreef ze er dwars overheen: Wordt altijd geweigerd.') (Ook een later huwelijksaanzoek, van de schipper Harm Knol Hein, wijst ze af.) Ze vergeeft het zichzelf niet dat ze voor Dreverhaven is bezweken, 'ze had een sterke wil' en wil op eigen kracht verder in het leven.

Jacob Katadreuffe groeit op in armoedige omstandigheden. Zijn moeder verdient wat geld met de borduurkunst, dat opvalt door origineel kleurgebruik en moderne patronen, en met schoonmaken. Bovendien verhuurt ze een kamer aan de communist Jan Maan, die bevriend raakt met moeder en zoon.

Na de lagere school mag Katadreuffe geen vak leren: Joba vindt dat hij zichzelf maar door de wereld moet slaan, 'zij had ook gemoeten'. Na vele baantjes te hebben gehad, raakt hij op zijn achttiende werkloos. Hij schaft boeken aan om zichzelf wat te leren, onder andere een incompleet Duits lexicon. Op zijn eenentwintigste neemt hij om hogerop te komen een sigarenwinkeltje in Den Haag over. Hij leent daarvoor tegen woekerrente geld bij een duister bankje. Als hij zijn schulden niet meer kan betalen, wordt hij failliet verklaard. In verband hiermee bezoekt hij het advocatenkantoor van Mr. Stroomkoning. Hij ziet de vijf koperen naamborden die naast de deur schitteren in de zon. 'Toen stond er iets in hem op.' Katadreuffe beseft dat de jaren van mislukking voorbij zijn. Hij wil dat zijn naam ook op zo'n 'zon' komt te staan.

Op het kantoor ziet hij voor het eerst zijn vader, die veel zaken voor Stroomkoning doet. Hoewel hij het een 'kerel als een beest' vindt, is hij onder de indruk van zijn imposante verschijning. De curator De Gankelaar vindt Katadreuffe een opmerkelijk iemand en besluit hem te helpen: hij bezorgt hem een baantje als typist en bediende op het advocatenkantoor. Katadreuffe komt er achter dat zijn eigen vader achter zijn faillissement zit.

In de volgende vijf hoofdstukken wordt zijn eerste kantoorjaar beschreven. Hij woont op een kamer bij Graanoogst, conciërge bij Stroomkoning, boven het advocatenkantoor. Katadreuffe is leergierig en werkt keihard. Op kantoor hoort hij verhalen over zijn meedogenloze vader, die door de armste buurten trekt om mensen wegens achterstallige huurschulden op straat te zetten. Bureauchef Rentenstein vertelt hem een huzarenstukje van Dreverhaven: om beslag te leggen op een schip sprong hij hartje winter in het ijskoude zeewater. Katadreuffe is door deze verhalen jaloers en trots op zijn vader.

Langzamerhand krijgt hij het verlangen 'die man op zij te komen, voorbij te streven.' Hij gaat studeren voor zijn staatsexamen om zo zijn uiteindelijke doel te bereiken: advocaat worden. Alles moet daarvoor wijken. 'Katadreuffe zocht liefde, flirt, noch spel.' Hij wijst de toenaderingspogingen van het dienstmeisje Lieske en de typiste Sibculo bruut af. Zelfs geeft hij niet toe aan zijn gevoelens voor Lorna te George, Stroomkoning zijn secretaresse, die verliefd op hem is.

Dan verklaart Dreverhaven voor de tweede keer zijn zoon failliet. Woedend zoekt hij zijn vader op, scheldt hem uit voor 'ploert' en 'afzetter'. Bijna wordt hij het slachtoffer van zijn eigen drift als Dreverhaven zijn zoon een mes aanreikt. Katadreuffe weet zich echter te beheersen en stoot het mes met kracht in het tafelblad. Hij heeft een gesprek met Stroomkoning. Deze zorgt ervoor dat de afwikkeling van het faillissement soepel wordt geregeld.

Dan wil de zoon de vader trotseren, Katadreuffe wil tonen dat hij het tegen zijn vader durft op te nemen. Hij leent tweeduizend gulden van hem voor privé-lessen en laat in het contract opnemen dat de schuld ieder moment opvorderbaar is. Kort voordat Katadreuffe met goed gevolg het staatsexamen aflegt, vraagt zijn vader voor de derde keer zijn faillissement aan. Het verzoek wordt door de rechtbank afgewezen. Weer heeft hij een gesprek met zijn vader en opnieuw houdt die hem een mes voor. Katadreuffe behoudt zijn kalmte en vertrekt waardig.

Omdat hij voor zijn examen is geslaagd, wordt er op kantoor een feestje gehouden. Lorna te George gaat eerder weg en Katadreuffe laat haar uit. Als ze even tegenover elkaar staan, voelt hij dat dit het machtigste moment van zijn leven is. Hij laat het voorbijgaan. De volgende dag meldt zij zich ziek en neemt ze, ondanks verzet van Stroomkoning, ontslag. Jacob voelt zich ellendig en krijgt een maagbloeding. Dan schudt hij de zorgen van zich af, hij besluit dat hij geen man is voor een huwelijk.

Hij begint in Den Haag aan de rechtenstudie. Intussen gaat het met de gezondheid van zijn moeder steeds slechter. Na vijfentwintig jaar bezoekt Dreverhaven haar en doet haar weer een huwelijksaanzoek. Opnieuw wijst ze het af. Ze vraagt hem waarom hij zijn zoon steeds dwarszit. Zijn antwoord is veelzeggend: 'Ik zal hem wurgen, ik wurg hem voor negen tienden, en dat ene tiende dat ik hem laat, dat kleine beetje asem zal hem groot maken, hij zal groot worden, hij zal, bij God, groot worden!' Ook met Dreverhaven gaat het bergafwaarts. Zijn zaken gaan niet meer zo goed (crisistijd!) en hij voelt zich rusteloos en gedesillusioneerd.

Vlak voor zijn doctoraal examen ontmoet Katadreuffe Lorna te George in een park. Ze is inmiddels getrouwd en heeft een kind. Hij zegt haar nooit met een ander te zullen trouwen en een lafaard te zijn. Als hij zijn moeder over hun vroegere 'verhouding' inlicht, geeft zij een bondige conclusie: 'Zo, dan ben je een grote ezel geweest.'

Nog eenmaal probeert de vader zijn zoon te 'wurgen': hij probeert te voorkomen dat hij als advocaat wordt beëdigd. De bezwaren tegen zijn toelating tot de balie worden echter ongeldig verklaard. Aan de gevel van het kantoor ziet hij vier 'zonnen'. Hij leest: 'Mr. J.W. Katadreuffe, advocaat en procureur.'

Die avond gaat Katadreuffe voor een laatste afrekening naar zijn vader. Die reageert echter anders dan hij verwacht had. Jacob wordt woedend als zijn vader hem een hand wil geven en zegt hem niet te hebben tegengewerkt, maar juist te hebben meegewerkt aan zijn carrière. Zijn tegenwerking heeft Jacob immers alleen maar gestimuleerd? Verward gaat hij naar huis. Daar komt hij tot het inzicht dat zijn ambitie hem noodlottig is geworden, dat hij als mens heeft gefaald zowel tegenover zichzelf, als tegenover vier andere mensen: Maan, Te George, zijn moeder en zijn vader. 


Eigen mening:

Mijn vorige boek, ‘’Oorlog en terpetijn’’, was een niveau 5 boek. Aangezien ik redelijk veel moeite met dit boek had heb ik een stapje terug gedaan naar niveau 4. Ik zocht op de site van lezenvoordelijst voor een oorlogsroman onder niveau 4. Ik kon echter geen geschikt boek vinden, aangezien ik rekening moest houden met het niveau en de schrijver (aangezien je maar 1 boek per schrijver op je lijst mag zetten). Ik heb uiteindelijk het boek karakter gevonden wat zich afspeelt in het interbellum. Het is niet echt een oorlogsroman maar deze periode tussen de wereldoorlogen is ook heel interessant.

Het boek is zeer duidelijk geschreven en ik zat dan ook gelijk in het verhaal. Dit vind ik een groot pluspunt aangezien ik hier bij het vorige boek nogal moeite mee had. Het boek kent ook uitgebreide persoonsbeschrijvingen wat ik persoonlijk wel fijn vind. Je krijgt hierdoor een goed beeld van de personen waardoor je sommige gedragingen/beslissingen ook beter begrijpt. Ik vind het interbellum (periode waarin het verhaal zich afspeelt) een zeer interessante periode uit de geschiedenis. Ik vond het dan ook mooi om te lezen hoe het ‘’volwassen leven’’ er in deze tijd uitziet. Ik vind het knap hoe het arbeidersleven in kaart word gebracht maar ook de rol van het communisme in deze tijd. Ook krijg je een goed beeld van de advocatuur in deze tijd, wat weer van toepassing is voor mij aangezien ik rechtsgeleerdheid ga studeren. Ik vind het dan ook interessant om te zien hoe het Jacob op karakter lukt alles te bereiken wat hij wil terwijl hij daarbij door zijn bloedeigen vader tegen word gewerkt.

Ik vind dat Ferdinand Bordewijk knap gebruikt heeft gemaakt van allerlei actualiteiten van het interbellum, zoals armoede, communisme, de opkomst havenstad Rotterdam etc. Hij heeft een zeer interessante roman geschreven die informatief, interessant en vooral ook heel duidelijk geschreven is. Het verhaal is namelijk chronologisch geschreven en zonder al te moeilijk taalgebruik. Je zit er van begin tot eind helemaal in waardoor het boek ook lekker doorleest.

Uiteindelijk ben ik blij met mijn keuze voor een niveau 4 boek. Het leest net even wat makkelijker wat toch wel fijn is voor iemand waarvan lezen geen hobby is. Toch zal ik voor mijn laatste boek een niveau 5 boek kiezen om mijn lezenvoordelijst carrière goed af te sluiten. Na de hand daarvan kan ik dan ook concluderen of ik niveau 5 aankan of dat het nog net een stapje te hoog voor mij is.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten